Ik zie je, ik hoor je…we zijn online
Dat pubers hun interne wereld meer gaan delen met leeftijdsgenoten dan met ouders is een gezonde ontwikkeling. Voor kinderen van ouders die van luisteren hun beroep maken is dit echter geen geringe uitdaging. De oudste zoon van een bevriend psychotherapeuten-paar die in de pubertijd kwam, loste dit creatief op; hij stopte thuis met praten en beperkte zijn uitingen tot minimaal gehum en gegrom.
Het cliëntgerichte psychotherapeuten-paar was echter niet voor een gat te vangen; zij konden niet alleen goed luisteren maar ook effectief reageren op wat er niet werd ‘gezegd’. Binnen de kortste keren konden ze de grommen en hummen onderscheiden en adequaat blijven reflecteren op de innerlijke wereld van hun kinderen. Zodoende werden hun kinderen nog steeds gezien en gehoord en dat is maar goed ook, want dat bevredigt immers een van onze psychologische basisbehoeften.
Wat dit duidelijk maakt, is dat ook al spreek je niet in een relatie, je altijd communiceert. Zelfs in de beperkte taal van het sms-en wordt meer gecommuniceerd dan alleen de woorden. Neem bijvoorbeeld WhatsApp; hiermee kun je niet alleen berichten lezen, maar ook zien wanneer iemand ‘online’ is, ‘aan het typen’ is of je ‘bericht heeft gelezen’. Omdat je kunt zien wanneer iemand stopt met typen, kun je twijfel waarnemen. Of liegen, want ook dit vertraagt de reactietijd en het is dan ook niet verwonderlijk dat dit in een recent onderzoek werd gecorreleerd.
Meer tijd nemen om je uit te drukken kan natuurlijk ook te maken hebben met weloverwogen antwoorden. Reageer ik adequaat en effectief op de woorden van de ander? Dit is van groot belang voor een goed relatiebeheer en uit een ander onderzoek blijkt dat het uiten van affectie, bijvoorbeeld door middel van liefdevolle woorden, de relatie verbetert. Zelfs per sms! Sms-jes zijn echter niet in alle situaties geschikt. Om excuses aan te bieden of een meningsverschil uit de weg te ruimen zijn het beperkte communicatiemiddelen die de relatie dan juist kunnen verslechteren.
Oog-in-oog interacties geven zoveel meer informatie over de signalen die de ander zendt, dat deze niet worden overtroffen door allerlei nieuwe communicatiemogelijkheden. En dat geldt zelfs voor FaceTime of Skype; alhoewel we daarmee wel degelijk 'oog-in-oog' contact hebben. De reden is dat zelfs de meest snelle internetverbinding trager is dan de snelheid waarmee je brein gezichtsexpressies in een ‘adem-op-adem’ contact waarneemt en met elkaar verbindt.
Wanneer je goed ‘luistert’ naar de verbale en non-verbale signalen die de ander zendt, ben je ‘online’ met de ander. In die afstemming kun je met de ander resoneren. Wanneer de ander ervaart dat jij met hem of haar resoneert , voelt hij of zij zich gezien. Gezien worden is de subjectieve ervaring van interpersoonlijke integratie. Zo ontstaat er een gevoel van binnen dat niet alleen tegemoet komt aan onze basisbehoefte maar dat bovendien wordt ingebed in de neuronale circuits van ons brein.
Verbinden is niet alleen hoofdzaak, maar ook een zaak van het hart.

