Matroesjka’s (2): Rosalien kan Bart niet ‘ontpoppen’
Bart staat met de teddybeer uit zijn kindertijd in de hand en schraapt zijn keel. Zijn vrouw Rosalien ziet hoe zijn ogen vochtig worden. Het overlijden van Barts vader heeft de keiharde realiteit binnengebracht in hun tot dan toe zo zorgeloze gezinsleventje. Nu haar beide schoonouders zijn overleden, realiseert Rosalien zich steeds meer dat zij straks ‘aan de beurt is’: ook haar ouders hebben immers niet het eeuwige leven. Hoewel er in velen van ons de kinderlijke wens leeft dat onze ouders er altijd voor ons zullen zijn, beseffen we terdege dat hun leven eindig is. Dit groeiende besef roept bij Rosalien een diepe existentiële angst wakker: straks ben ik alleen.
Rosalien probeert hierover met Bart te praten, maar zij stuit bij hem op een muur. Hij is onbereikbaar, het lijkt wel alsof in hem het licht is gedoofd. Diep van binnen is zij bang ook hem te zullen verliezen. Oude neuronale netwerken, die in haar kinderbrein zijn gevormd, worden getriggerd. Het lijkt alsof er in 35 jaar niets is veranderd. Vanuit haar angst om Bart kwijt te raken probeert Rosalien nog feller en hartstochtelijker tot hem door te dringen. “Wat gaat er in je om? Zeg eens wat!” Bart zegt dat het goed met hem gaat, maar zij gelooft hem niet.
Rosalien werd ooit verliefd op Bart vanwege zijn kracht en onkwetsbaarheid. Voor haar was hij altijd een rots in de branding. Maar nu ketst haar vraag om verbinding af op een kille stenen muur, onderdeel van het figuurlijke fort dat Bart rond zijn hart heeft gebouwd. Partners zijn gelaagde persoonlijkheden, net als Russische matroesjka-poppetjes. Als je verliefd wordt, zie je alleen het buitenste poppetje. Maar na verloop van tijd ontdek je ook de binnenste poppetjes. Onder Barts rotsachtige, onverwoestbare buitenlaag gaat de behoefte aan zorg en aandacht schuil. Het binnenste poppetje van Rosalien schreeuwt om verbinding. In betekenisvolle relaties verstaan partners de kunst elkaar te ‘ontpoppen’.